Carrière

Pagina bevat besloten informatie

Deze pagina heeft ook informatie die alleen te zien is voor leden. Log in om de gehele inhoud te zien of word lid van de NVDA.

Word lid

Als doktersassistent kun je je verder ontwikkelen. Zowel in nieuwe (medische) handelingen, een eigen spreekuur of in een nieuwe functie.

pexels-kampus-production-8204396 teelfoon triage

Om je verder te ontwikkelen

Wil je je als doktersassistent verder ontwikkelen, dan kun je praktijkondersteuner huisartsen somatiek (poh-s) worden.

De functie van praktijkondersteuner-s (poh-s) richt zich meestal op de zorgverlening aan chronisch zieken, zoals patiënten met Diabetes Mellitus, Astma/ COPD en (risicofactoren voor) hart- en vaataandoeningen.

De taak van poh’s kan per praktijk verschillen. Zo zijn er ook praktijken waar poh’s een eigen kleine kwalen-spreekuur hebben of praktijkmanager zijn. Ook kunnen poh’s de ouderenzorg onder hun hoede hebben.

In de huisartsenpraktijk kunnen diverse poh’s werkzaam zijn. Naast de poh die zich op lichamelijke aandoeningen richt, zijn er ook poh’s die meer gericht zijn op ggz-problematiek. Ook kan er een poh Jeugd of een poh Ouderenzorg in de praktijk werkzaam zijn.

Team

Steeds vaker maken allerlei beroepsgroepen deel uit van de teams in huisartsenpraktijken. De huisartsenzorg wil met dit team inspelen op de groei van complexe zorgvragen nu de eerstelijnszorg steeds meer taken erbij krijgt. De moderne poh’s werken hecht samen met huisartsen, doktersassistenten en mogelijk physician assistants en specialistische verpleegkundigen.

De praktijkmanager coördineert de bedrijfsprocessen, bewaakt de kwaliteit, de realisatie van de doelstellingen en het budget. Praktijkmanager is een functie op hbo-niveau. Doktersassistenten hebben geleerd om spin in het web te zijn en overzicht te hebben over allerlei processen in de huisartsenzorg. Zij kunnen dus ook goede praktijkmanagers zijn.

De Functiewaardering Huisartsenzorg maakt onderscheid tussen Praktijkmanager B en C.

Een praktijkmanager B werkt onder leiding van de eindverantwoordelijke praktijkhouder of directeur zorggroep. Deze manager geeft leiding aan ongeveer 10 fte. Kennis op hbo-niveau is vereist, aangevuld met een managementopleiding.

Een praktijkmanager C werkt onder leiding van de eindverantwoordelijk praktijkhouder of directeur zorggroep en geeft leiding aan meer dan 20 fte. Vereist is een hbo-diploma aangevuld met post-hbo-opleiding(en) en een managementopleiding.

Een gediplomeerd doktersassistent (mbo-opleiding) kan praktijkmanager B worden na een managementopleiding.

De Functiewaardering Huisartsenzorg maakt onderscheid tussen Praktijkmanager B en C.

Vooral in grotere organisaties met meerdere doktersassistenten is vaak behoefte aan een coördinerend assistent.

Deze assistenten kunnen de volgende taken hebben:

Aansturen van de doktersassistenten
Tussenpersoon zijn tussen de doktersassistenten en de artsen of andere zorgprofessionals
Planningen en werkroosters maken
De doktersassistenten coachen
De samenwerking aansturen
Ontwikkelafspraken maken en feedback geven.

Voor doktersassistenten in een coördinerende of leidinggevende functie organiseert de NVDA samen met dr. Geert Haentjens een intensieve praktijkgerichte scholing die uit drie dagen (zes dagdelen) bestaat.

Na een aanvullende opleiding kan een doktersassistent werken als triagist op een huisartsenpost. Als triagist ben je eerste aanspreekpunt voor hulpvragen die met spoed zorg nodig hebben van een arts in avond-, nacht- en weekenddienst.

Via branchevereniging InEen en NHG Praktijkaccreditering (NPA) kun je het diploma triage verwerven.

Voordat je aan de opleiding begint, moet je eerst door een huisartsenpost als junior-triagist zijn aangenomen.

Als doktersassistent in een huisartsenpraktijk geef je vaak advies aan patiënten met kleine kwalen. Dat kan ook zonder aanvullende opleiding.

Maar als jij en je werkgever dat nodig achten, kun je de opleiding spreekuurondersteuner (SOH) volgen. In deze opleiding leer je meerdere veelvoorkomende ingangsklachten af te handelen.

Als doktersassistent in een ziekenhuis kun je misschien voor een andere functie in aanmerking komen, al dan niet na een aanvullende opleiding.

Met een aanvullende opleiding kun je bijvoorbeeld operatieassistent worden. Of je wordt polikliniek-assistent. Het verschilt per ziekenhuis voor welke functie je in aanmerking kunt komen.