Als OV-reiziger ken ik de voor- en nadelen van het reizen met de trein. Een van de voordelen zijn de spontane ontmoetingen. Een tijdje terug sprak ik een vrouw die belangstellend naar het beroepscompetentieprofiel keek, dat ik net zat te lezen. Want je gelooft het bijna niet, maar dochter volgde een opleiding tot doktersassistent.
Ik begon meteen een verhaal over de NVDA en het belang van het beroepscompetentieprofiel. Het was best een heldere uitleg, al zeg ik het zelf, maar het zou haar dochter niet overhalen om lid te worden van de NVDA. Datzelfde gold voor onze betrokkenheid bij cao-onderhandelingen. Zo’n cao komt er toch wel, vond ze, of haar dochter nu lid was of niet. Ik legde uit dat de kracht van het getal wel degelijk van invloed is tijdens onderhandelingen, maar ik kon aan haar gezicht zien dat ik haar niet had overtuigd.
‘Natuurlijk is dat niet het hele verhaal,’ vervolgde ik. ‘De NVDA is een netwerk waar je kennis opdoet en je netwerk uitbreidt. Je ontmoet collega’s en je leert van elkaar. Je doet inspiratie op en kunt meedoen aan scholingen. De NVDA is een platform waar je meedenkt over de kwaliteit van het beroep en waar je samen met anderen werkt aan de waardering voor het beroep van doktersassistent, zodat je bijdraagt aan goede zorg.’
Voordat ze uitstapte, bedankte ze me voor het gesprek en zei ze dat ze het haar dochter zeker zou vertellen. Terwijl ik mijn reis vervolgde, vroeg ik me af of ik de kracht en het belang van de NVDA goed genoeg had uitgelegd. Was mijn boodschap wel helder? Had ik mijn elevator pitch op orde? Want dat kan het verschil maken tussen onverschilligheid en betrokkenheid, zelfs bij een spontane ontmoeting tijdens een treinreis.
Ik was zelf redelijk tevreden over mijn verhaal. Vind jij dat ook? Of ontbreekt er volgens jou nog iets? Ik hoor het graag.
Linde Gonggrijp