Vanaf 25 mei 2018 geldt een nieuwe wet op de privacy: de AVG, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Alle overheden, bedrijven en dus ook zorgverleners krijgen te maken krijgen met nieuwe en strengere bepalingen. Deze leiden tot extra administratieve handelingen in de praktijk.
Door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) krijgen mensen meer mogelijkheden om voor zichzelf op te komen bij de verwerking van hun gegevens. Hun privacyrechten worden namelijk versterkt en uitgebreid.
In de EU heeft nu nog elke lidstaat een eigen privacywet. Deze nationale wetten zijn wel allemaal gebaseerd op de Europese privacyrichtlijn uit 1995. In Nederland is de nationale uitvoering van deze richtlijn de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De Europese privacyrichtlijn werd vastgesteld toen internet nog in de kinderschoenen stond. Daarom is de Europese privacywetgeving de afgelopen jaren herzien.
Toestemming
In de AVG staat bijvoorbeeld een speciaal artikel over toestemming. Hierin staat wat de voorwaarden zijn voor organisaties om geldige toestemming te krijgen van mensen om hun persoonsgegevens te verwerken. Zo moeten organisaties kunnen bewijzen dat zij geldige toestemming hebben gekregen. En moet het voor mensen net zo makkelijk zijn om hun toestemming in te trekken als om die te geven. Naast versterking van de bestaande rechten krijgen mensen door de AVG een aantal aanvullende rechten.