De normpraktijk voor huisartsen zakt in 2018 met 73 patiënten naar 2095 patiënten. De NVDA beschouwt dit als een kleine stap in een proces van het verder terugbrengen van de hoge werkdruk en meer aandacht voor patiënten.
De normpraktijk is het aantal ingeschreven patiënten per fulltime werkende huisarts. Het getal wordt door de toezichthouder, de NZa, de Nederlandse Zorgautoriteit, benut bij het onderbouwen en vaststellen van huisartsentarieven, aangezien de bekostiging van huisartsen deels afhangt van het aantal bij hen ingeschreven patiënten.
De NVDA pleit samen met de LHV al enkele jaren voor verkleining van huisartsenpraktijken, zodat huisartsen en doktersassistenten meer tijd per patiënt krijgen.
NVDA voorzitter Kees Gillis noemt de nieuwe, lagere praktijknorm een hoopgevend bericht, maar slechts een eerste kleine stap om het aantal patiënten per huisarts terug te brengen.
“Wij zien bij onze doktersassistenten in de dagelijkse praktijk van huisartsen een heel hoge werkdruk en het continu schipperen met de tijd die aan patiënten kan worden besteed. Ook door de steeds complexere zorgvragen en vergrijzing,” aldus Kees Gillis. “Om goede zorg te blijven leveren, moet de normpraktijk verder omlaag, of er moet meer geld komen om extra ondersteunend personeel aan te nemen. Met de huidige tariefsverhoging voor huisartsen in 2018 gaat dat laatste niet lukken.”