"Mbo’ers worden in rap tempo ingeruild voor hbo’ers. Dat moet anders." - NVDA

“Mbo’ers worden in rap tempo ingeruild voor hbo’ers. Dat moet anders.”

Mbo’ers worden in rap tempo ingeruild voor hbo’ers. Dat moet anders, schrijft Suzanne Kruizinga, arts en voorzitter van CNV Zorg & Welzijn in de NRC van 24 juli.

Degenen met als hoogst behaalde onderwijsniveau havo, vwo of mbo vormen met veertig procent de grootste groep in Nederland, slechts elf procent heeft een hbo-master of hoger. Tegelijkertijd heeft meer dan negentig procent van de bijstandsgerechtigden een opleidingsniveau onder hbo-niveau.

Dankzij deze mismatch op de arbeidsmarkt schrijven we in rap tempo een groot gedeelte van de Nederlandse beroepsbevolking af, een groot maatschappelijk drama.

De afgelopen jaren is de roep in diverse sectoren om meer personeel met een hbo-opleiding steeds luider geworden. Personeel met een mbo-opleiding werd en wordt op grote schaal vervangen door hbo’ers. Verschillende redenen voor deze verschuiving worden genoemd: de toename van complexiteit, digitalisering en hogere eisen door klanten.Het zou mooi zijn als we niet de halve beroepsbevolking aan de kant laten staan

In de ouderenzorg zagen we dezelfde beweging. Door toename van complexiteit en vermindering van capaciteit vond er een grote verschuiving plaats naar personeel met een hbo-opleiding. Met een snelheid die blinde paniek suggereerde zijn organisaties op grote schaal mensen met een mbo-opleiding gaan ‘inruilen’ voor hoger opgeleiden. Twee jaar later worden forse inspanningen gedaan om deze mensen weer terug te krijgen: niet alleen door het (dreigende) personeelstekort.

Ik denk dat ook in andere sectoren (zorg, welzijn, onderwijs, bouw) naast hoogopgeleide mensen, vakmensen nodig zijn. Niet alleen technisch bekwame mensen, maar ook mensen die de kunst van het leven verstaan, die hun werk met aandacht doen en de moeilijke vraagstukken hierin op juiste waarde weten te schatten. Denk aan de schoolklas-assistent, conciërge of de maatschappelijk werker.

Natuurlijk zijn er hbo’ers nodig voor specialistische zorg, coördinatie en zorgindicatie. Maar minstens even belangrijk zijn mensen die aandacht, liefde en verzorging geven. Mensen met levenservaring die weten wat nabij zijn betekent en de kunst verstaan om te luisteren. Die een troostend woord bieden op het moment dat het leven zijn rauwe kant laat zien.

Dat zijn vaak eigenschappen van mensen zonder hoge opleiding die dankzij hun hogere leeftijd meer levenswijsheid hebben. Nu is de combinatie van mbo en een leeftijd van 45 jaar of ouder zelfs een ‘dubbele handicap’ voor de arbeidsmarkt. Onterecht in mijn optiek: deze mensen hebben een enorme toegevoegde waarde in de ouderenzorg en dus in onze maatschappij. Dit inzicht leidde in de ouderenzorg tot een nieuwe visie op de personeelssamenstelling. Mensen met een mbo-opleiding en levenservaring krijgen weer de plek die ze verdienen.

Dit kan ook in andere sectoren gebeuren, als we anders durven denken en andere keuzes durven maken. Het zou mooi zijn als we niet de halve beroepsbevolking aan de kant laten staan en weer trots kunnen laten zijn op hun opleidingsniveau, het mbo.

Laten we voor eens en voor altijd het signaal afgeven dat deze mensen er toe doen. Zij zijn eigenlijk ons maatschappelijke fundament.

 

Bron: NRC