Afgelopen dinsdag was het weer Prinsjesdag. Wij hebben de Rijksbegroting van het ministerie van VWS voor 2018 doorgespit om te kijken welke maatregelen voor doktersassistenten in de huisartsenzorg en ziekenhuizen van belang zijn. Op sommige plekken komt extra geld, maar ongerustheid over zorg aan kwetsbare groepen en de hoge werkdruk in de zorg blijft.
Patiënt zelf regie
Het budget voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg in de eerste lijn mag in 2018 met 2,5 procent groeien. Ook is extra geld gereserveerd om zorg die nu nog in het ziekenhuis wordt geleverd, waar mogelijk naar de eerste lijn te verplaatsen (75 miljoen euro). Het verminderen van de bureaucratie blijft prioriteit, zodat huisartsen meer tijd hebben voor kwetsbare ouderen en andere patiënten, zorg in achterstandswijken, avond-, nacht- en weekendzorg en samenwerking in de eerste lijn.
De Rijksbegroting haakt ook in op de trend om taken in de zorg te verschuiven. Van ziekenhuizen naar zorg in de buurt. Van instelling naar thuis. Van de wachtkamer naar de huiskamer. Zo wil het ministerie van systemen naar mensen, waarbij mensen worden ondersteund om zelf regie te kunnen voeren (cliëntondersteuning en persoonlijke gesprekken). Daarbij is het een voorwaarde dat de zorg betaalbaar wordt gehouden, ook voor toekomstige generaties.
Het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg, dat eind 2017 afloopt, is met een jaar verlengd. Om de kostengroei te beteugelen is voor 2018 een maximum groeipercentage van 1,6 procent afgesproken. Dit is een hoger toegestane groei dan voorgaande jaren. Het extra geld is onder meer nodig om de druk op ziekenhuizen te verlichten als gevolg van de ontwikkeling van nieuwe dure geneesmiddelen en de toeloop van kwetsbare ouderen in de acute zorg.
Het is belangrijk dat mensen de juiste zorg krijgen op de juiste plek. Zo richten zorgverzekeraars in overleg met zorgaanbieders regionale loketten in, die huisartsen en ziekenhuizen snel helpen bij het vinden van een juiste plek voor patiënten. Dergelijke initiatieven moeten leiden tot vermindering van onnodige opname van bijvoorbeeld kwetsbare ouderen in ziekenhuizen en er voor zorgen dat mensen, zodra ze het ziekenhuis kunnen verlaten, de beste zorg krijgen.
Eigen risico niet omhoog, zorgpremie stijgt
Het eigen risico gaat volgend jaar niet omhoog en blijft 385 euro. Het terugdraaien van de verhoging heeft als consequentie dat ziektekostenpremies voor iedereen met 10 euro extra omhoog gaan. Dit komt bovenop de eerder geraamde 72 euro verhoging voor de zorgpremie. De NVDA heeft in het verleden op basis van enquêtes onder haar leden meerdere malen de aandacht gevestigd op zorgmijden door patiënten. Nu het eigen risico niet omlaag gaat en de zorgpremie stijgt zijn wij bang dat doktersassistenten hier meer vragen over gaan krijgen en zorgmijden door de hogere premie en het eigen risico een urgent probleem blijft.
ICT wordt belangrijker
Gedurende de periode 2017–2019 stelt het ministerie van VWS € 105 miljoen beschikbaar aan ziekenhuizen en andere instellingen voor medisch-specialistische zorg om
hen in staat te stellen hun ICT-infrastructuur patiëntgerichter te maken en gestandaardiseerde gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Hiermee krijgt de patiënt op veilige wijze toegang tot zijn gegevens en kan hij deze gebruiken voor regie over zijn gezondheid, bijvoorbeeld door de inzet van apps of delen met andere zorgverleners. Door de standaardisering van de gegevensuitwisseling wordt ook een basis gelegd voor de inzet van e-health in de zorg en de ontwikkeling dat zorg steeds meer in netwerken en door meerdere zorgverleners wordt geleverd.
Meer geld voor opleidingen
Met de totstandkoming van het Zorgakkoord in april 2013 kwamen er middelen uit de Zorgverzekeringswet vrij. Deze middelen zijn bestemd voor opleidingen via de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg. Doel van de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg is de ziekenhuizen en UMC’s te stimuleren de benodigde investeringen in het personeel te realiseren, zodat de medewerkers in staat zijn om nu en in de toekomst goede zorg te leveren. De Kwaliteitsimpuls loopt in 2017 af, maar in het onderhandelaarsakkoord medisch-specialistische zorg 2018 is overeengekomen de kwaliteitsimpuls te verlengen tot en met 2018. In 2018 is hiervoor € 200 miljoen beschikbaar.
NVDA bezorgd
“Als we naar de plannen kijken dan zien extra geld voor huisartsenzorg, ziekenhuizen, ICT en opleidingen”, aldus voorzitter Kees Gillis. “Meer geld voor betere zorg is natuurlijk een goede zaak, maar we krijgen ook geluiden uit het veld via LHV en Ineen dat zorgverzekeraars in de contracten met huisartsen en -organisaties niet of nauwelijks extra investeren in de landelijk afgesproken prioriteiten, zoals de complexere zorg voor ouderen, meer tijd voor de patiënt door de inzet van meer huisartsen,,de werkdruk op de huisartsenposten en problemen in achterstandswijken. Ook blijft de toenemende druk op de huisartsenzorg een punt van zorg. Die kan niet alleen worden opgevangen door aanpassingen in de organisatie van de huisartsenpraktijk en de inzet van extra personeel. We moeten ook kijken hoe we andere partijen zoals thuiszorg en GGZ gaan betrekken bij het verlichten van de werkdruk. Het systeem moet aangepast worden”
Ziekenhuizen
Voor het budget voor medisch specialistische zorg is een hogere groei afgesproken dan in voorgaande jaren, maar de verschuiving van zorg van de tweede naar de eerstelijn wordt doorgezet. Kees Gillis daarover: “We moeten goed blijven volgen wat de verschuiving van zorg voor onze doktersassistenten in ziekenhuizen betekent. We hebben een projectgroep gevormd om de positie van de doktersassistent in ziekenhuizen te bewaken en uitholling van het beroep te voorkomen. Dat er geld is voor opleidingen is positief en dat moet onder andere ingezet worden om doktersassistenten in ziekenhuizen te blijven scholen, zodat zij in staat zijn om nu en in de toekomst goede zorg te leveren in een functie die recht doet aan hun kennis en kunde en niet is uitgehold”