Genoeg stages, betere stagebegeleiding en uitbannen stagediscriminatie. Dit staat in het Stagepact MBO, een initiaief dat de NVDA van harte toejuicht!
MBO-studenten krijgen een passende vergoeding voor hun stage, met minimaal een onkostenvergoeding. Daar bovenop gaan werkgevers en werknemers aan de slag om een vergoeding in de cao op te nemen.
Daarbij komt er meer aandacht voor het realiseren van voldoende stageplekken én betere stagebegeleiding. Als laatst moet een pakket aan maatregelen stagediscriminatie in het MBO tegengaan; hierbij dragen scholen, (leer)bedrijven en de overheid gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor gelijke mogelijkheden voor iedere student.
Stagepact
Een brede groep van jongerenorganisaties, mbo-scholen, bonden, docenten, werkgevers en overheden heeft dit stagepact ondertekend.
‘Met dit Stagepact zetten we grote, merkbare stappen vooruit voor mbo-studenten’, onderstreept minister Dijkgraaf van OCW. ‘Leren in de praktijk is een onmisbaar onderdeel in het onderwijs. Voor veel MBO-studenten is het vaak zelfs de eerste kennismaking met de arbeidsmarkt. Dit Stagepact kan ervoor zorgen dat het een veilige, waardevolle en positieve ervaring wordt. Bedrijven en de samenleving hebben later veel profijt van met name deze studenten, die als goed opgeleide en innovatieve vakmensen oplossingen bedenken en maken voor de uitdagingen van morgen.’
Passende stagevergoeding
Studenten hoeven geen kosten te maken voor het volgen van een stage. Alle studenten krijgen al in 2023 een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten omvat die een student moet maken om stage te kunnen lopen bij een bedrijf.
Bovenop de onkostenvergoeding maken werkgevers afspraken tot het geven van een passende stagevergoeding voor studenten, geregeld in cao’s. Studenten die werk en opleiding combineren krijgen naast een onkostenvergoeding een arbeidscontract en loon dat voldoet aan de wettelijk vastgestelde bedragen.
Stagediscriminatie tegengaan
Het uitbannen van stagediscriminatie is een gezamenlijke prioriteit van de overheid, scholen en leerbedrijven. Het afsprakenpakket kent drie pijlers; sociale normstelling, het voorkomen en tegengaan van stagediscriminatie en het melden en aanpakken ervan.
Belangrijke maatregelen daarbij zijn onder meer de brede toepassing van matching van student en leerbedrijf, waarbij wordt gestart op iedere school met eerstejaars studenten en een kopgroep van bedrijven. Plaatsing gebeurt op basis van de leerwens van de student. Er komt geen match op basis van persoonlijke kenmerken en er is geen klikgesprek.
Verder moet op iedere mbo-school een laagdrempelig meldpunt zijn voor studenten om stagediscriminatie te melden, waarbij zij ondersteuning en nazorg krijgen. Ook wordt het erkenningsreglement van de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) voor leerbedrijven aangescherpt. In het hoger onderwijs is recent gestart met de aanpak van stagediscriminatie.
Betere begeleiding en voldoende stages
Begeleiding van studenten tijdens de stage is essentieel voor een goede ervaring waar ze van leren en uit kunnen putten tijdens hun verdere studie of loopbaan. Het uitgangspunt is dan ook dat er per stage in ieder geval drie contactmomenten zijn tussen de student, school en leerbedrijf, waarvan ten minste één fysiek op de locatie van het bedrijf. Daarbij komt er een verdere professionalisering van het stagebeleid op scholen. Studenten moeten zich goed voorbereid, geïnformeerd, gezien en gesteund voelen. Daarbij spannen werkgevers en SBB zich in voor een voldoende en kwalitatief goed stageaanbod.