Betere bescherming, maar verschillen in interpretatie van richtlijnen - NVDA

Betere bescherming, maar verschillen in interpretatie van richtlijnen

Driekwart van de doktersassistenten en triagisten ervaart voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen op de werkplek. In de praktijk is er nog wel een behoorlijk verschil in de interpretatie van de richtlijnen tussen doktersassistent en werkgever of collega. Dit blijkt uit een tweede ledenpeiling van de NVDA in juni.

Voor de persoonlijke beschermingsmiddelen blijkt een verschuiving; in april gaf bijna de helft aan (44%) dat er een tekort was. In juni was dit 1 van de 5 (21%). Of er voldoende beschermingsmiddelen waren, verschoof van 4 van de 10 (44%) naar 7 van de 10 (77%).

Ging het in april vooral om een tekort aan veilige FFP2-maskers, overalls, spatbrillen en mondkapjes, in juni is dit meer een tekort aan handschoenen, veilige chirurgische maskers, overalls en FFP2-maskers.

NVDA-voorzitter Kees Gillis: ‘Toen we in april de peiling hielden waren er landelijk veel berichten over een groot tekort aan beschermende middelen voor zorgverleners. Maar over de doktersassistenten en triagisten hoorden we toen niets. In de eerste ledenpeiling van de NVDA hebben we ze daarom gevraagd aan welke beschermingsmiddelen precies een tekort was om een exact beeld te krijgen. In de peiling van juni zien we een aanzienlijke verbetering in de beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen, maar er is nog steeds sprake van een tekort.’

Zelf testen

In de ledenpeiling van april gaf een aantal doktersassistenten en triagisten aan dat ze graag zelf getest wilden worden op het coronavirus. In juni hebben we gevraagd of iemand zich van de werkgever/ opdrachtgever/ leidinggevende mag laten testen op het coronavirus. Hierop antwoordt driekwart dat dit mag. Redenen om niet te mogen testen zijn dat er eerst klachten moeten zijn, of dat het niet aan de orde is.

Richtlijnen

Uit de ledenpeiling blijkt verder dat 4 van de 10 doktersassistenten en triagisten een verschil in de interpretatie ervaart van de richtlijnen over persoonlijke beschermingsmiddelen. Er blijkt een verschil te zijn in interpretatie met de werkgever en met de collega’s. Artsen blijken nogal eens onderling te verschillen in de interpretatie van richtlijnen; wie er wel en geen mondkapje draagt en over de wisseling/ het hergebruik van mondkapjes.

Volgens Kees Gillis is dit ‘voor de NVDA het meest opvallende punt uit de enquête. Wij hoorden in april en mei regelmatig dat de interpretatie van de richtlijnen tot discussies leidde. Daarom hebben we in de ledenpeiling van juni ook een vraag gesteld over de interpretatie van de richtlijnen. Wat we hoorden vanuit het werkveld is in de uitslag bevestigd. Daarom blijven we in diverse overleggen en op onze site hameren op het blijven toelichten en uitleggen hoe de richtlijnen toegepast moeten worden.’

Veilig op de werkplek

8 van de 10 doktersassistenten en triagisten voelt zich veilig, helemaal veilig of een beetje veilig op de werkplek.

Informatie zoeken over het coronavirus

Bijna alle doktersassistenten en triagisten zoekt regelmatig, soms of vaak informatie over het coronavirus (slechts 6% zoekt nooit). We hebben ook nog gevraagd naar welke websites: bijna de helft via het RIVM, gevolgd door de LHV, NHG en NVDA.

Zie ook