Wij hebben van een paar doktersassistenten bericht gekregen dat hun zorgbonus is afgewezen, omdat er niet tenminste 2 werkzame personen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: het Handelsregister) ingeschreven waren. De NVDA heeft hier vragen over gesteld aan het ministerie, omdat het onrechtvaardig is dat een huisarts die met 1 doktersassistent werkt en niet de juiste inschrijving in het Handelsregister heeft gedaan, tot de conclusie moet komen dat zijn assistent geen zorgbonus krijgt. Dat is niet in de geest van de regeling! Uit het antwoord van het ministerie blijkt dat het zeker kan lonen om via je huisarts bezwaar aan te tekenen als je als doktersassistent in eenzelfde situatie verkeert. Hoe zit het precies.
Onterecht afgewezen
Een zorgaanbieder kon in de periode van 1 oktober tot en met 10 november 2020 een verzoek tot subsidie indienen op basis van de Subsidieregeling, indien de zorgaanbieder van oordeel was dat de voor hem werkzame zorgprofessionals in de periode van 1 maart 2020 tot 1 september 2020 een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in de strijd tegen COVID-19 én door de zorgaanbieder werd voldaan aan de voorwaarden uit de Subsidieregeling.
Een van deze voorwaarden betreft de voorwaarde dat de zorgaanbieder op 1 september 2020 met tenminste 2 werkzame personen in het Handelsregister ingeschreven diende te zijn. Deze voorwaarde heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld zzp’ers en uitzendkrachten niet zelfstandig een subsidieaanvraag kunnen indienen. Deze voorwaarde is opgenomen zodat de beoordeling over de uitzonderlijke prestatie zoveel als mogelijk kan plaatsvinden door een ander dan de ontvanger van de bonus zelf.
Indien een huisarts 1 werknemer in dienst heeft, is er sprake van 2 werkzame personen binnen de organisatie: te weten de huisarts en de werknemer. Indien deze gegevens door de zorgaanbieder niet juist waren geregistreerd in het Handelsregister heeft dit tot een afwijzing van de subsidieaanvraag geleid.
Bezwaar maken
De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om tegen een afwijzende beschikking in bezwaar te gaan. Het is dan aan de zorgaanbieder om gemotiveerd aan te geven waarom het besluit naar zijn oordeel onterecht is afgewezen en daarbij, indien aan de orde, te wijzen op een onjuiste registratie bij het Handelsregister. In de bezwaarprocedure wordt het besluit waar tegen bezwaar is aangetekend op basis van alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. Dit zou kunnen leiden tot een bijstelling van het besluit en het eventueel gegrond verklaren van het bezwaar. Dit zal in alle individuele gevallen apart beoordeeld moeten worden. Het ministerie geeft aan dat op voorhand helaas geen uitspraken kunnen worden gedaan over een algemene wijze van afhandeling van deze individuele gevallen. Conclusie: een bezwaarschrift kan zeker lonen.